“Als we allemaal een beetje doen, zou dat enorm schelen”
In de zomer van 2022 begon communicatieadviseur Willeke van Uden als kookvrijwilliger op een woning aan de Druivenhof in Noordwijk. Dit op verzoek van de organisatie, omdat er die zomer problemen in de bezetting dreigden. Daar had ze zoveel lol in dat ze nog steeds elke dinsdag voor een lekkere maaltijd zorgt voor de cliënten. En tot groot plezier van cliënten en begeleiding.
“Aan het begin van de zomer 2022 werd aan mensen van kantoor gevraagd of we wilden bijspringen. Dat wilde ik wel. Naast mensen naar en van de dagbesteding rijden in de rolstoel, ben ik gaan koken op een woning met 7 ouder wordende cliënten, 6 mannen en 1 vrouw. En het was ‘liefde op het eerste gezicht’, vooral omdat deze bewoners zo zonder agenda oprecht zichzelf zijn.
Natuurlijk moesten we ook wel aan elkaar wennen. Het zijn cliënten met een laag niveau: sommigen praten niet en maken alleen maar geluiden, maar maken non-verbaal goed duidelijk wat ze willen. Iedereen heeft zo zijn eigen dingetjes. Zo loopt een cliënt altijd rond met twee pollepels, een ander speelt met een plastic melkfles en weer een ander juist met een platgeslagen fles.
Ik hou van koken, maar thuis kookt mijn vriend meestal. Tijdens het koken op de Druivenhof is de keuken afgesloten, want dat is veiliger voor de cliënten. Vaak zijn ze voor de maaltijd onrustig van honger en vermoeidheid. Als ik de borden, die ik in de keuken heb opgeschept, op de tafels zet, gaan de cliënten eten en daalt de rust neer. De cliënten hebben het liefst Hollandse pot, daar probeer ik dan net iets bijzonders van te maken. Maar gerechten zoals pasta Carbonara gaan er ook al te graag in. En als ik vraag of het lekker is, krijg ik altijd een ja als antwoord. Daarnaast zijn de borden bijna altijd leeg. Een groter compliment kan je natuurlijk niet krijgen!
(tekst gaat verder onder de foto)
Tijdens het eten blijf ik erbij. Johan eet apart aan een tafel, 2 anderen samen aan een grotere tafel en aan de overige 4 cliënten eten aan tafel met 2 begeleiders. Als er geen derde personeelslid is, ga ik bij Johan zitten. Die moet je begeleiden, omdat hij meteen zijn vlees eet en dan niets meer hoeft. Daarom houden we het vlees even apart en als hij al genoeg groente heeft gegeten, komt ook het vlees op zijn bord. Hij vindt het fijn als ik hem tijdens het eten over zijn hoofd aai. Dat geeft hij dat aan door steeds mijn hand te pakken en op zijn hoofd te leggen\.
Soms neem ik iets lekkers voor ze mee, bijvoorbeeld aardbeien voor bij het toetje, een ijsje of versgebakken cake. Ze weten dus dat als ik kom, er lekker gekookt wordt en er soms iets extra’s is.
Herkenning
Ik heb wel het idee dat alle bewoners me kennen. Als ik ze tegenkom in het woonzorgpark, zie ik ook herkenning.
Vorige week ging ik bij iedereen langs om te zeggen dat ik wegging. Toen ging Tineke klaarstaan voor een knuffel. Dat vind ik dan heel mooi! Ik geniet van die kleine momentjes, van even elkaars nagellak bewonderen, of een cliënt die me naar zijn kast met schoenen dirigeert, omdat hij wil wandelen, of de blijdschap van een cliënt als ik hem complimenteer met zijn mooie kleren. Zo ontwikkel je met iedereen een soort band. En er gebeurt altijd wel iets onverwachts, ook dat is leuk.
Ik vind het fijn om iets voor anderen te kunnen betekenen en de begeleiders te kunnen ontlasten. Soms is het spitsuur, dan trek ik me terug in die keuken en ga ik koken, ruim de keuken op en zorg dat de bordjes gevuld in de woonkamer komen. Het kost me 1,5 tot 2 uur per week.
Iedere week een feestje
Ik vind het ook belangrijk om iets terug te doen naar de organisatie, want ik ben blij met ’s Heeren Loo als werkgever. Bovendien heb ik er echt lol in, vind het iedere week een feestje en kijk uit naar de dinsdag. Het is een andere omgeving waarin ik klets met de medewerkers, van jong tot oud. Ook vind ik het boeiend en leerzaam om tijd door te brengen met de cliënten en hun dagelijkse leven mee te maken. Dat vind ik hartstikke leuk. Het is meestal een zorgeloze wereld, waar ik zelf ook blij van word. Het helpt me ook in mijn werk dat ik het reilen en zeilen op een woning beter snap en beter snap wat een bepaald niveau bij een cliënt inhoudt.
Ik vind het belangrijk om iets terug te geven aan een maatschappij. Dat is mij in mijn opvoeding zo meegegeven. En er is altijd wel iets te doen wat je leuk vindt en wat je als vrijwilliger kunt oppakken: van koken, tot fietsen tot wandelen. Wat jou daarom ook geen energie kost. Dus als we allemaal een beetje doen, zou dat enorm schelen.''