Ze komen uit hetzelfde gezin én zijn ook nog collega’s. In de afgelopen 130 jaar die ’s Heeren Loo bestaat, zien we regelmatig collega’s die uit dezelfde familie komen. Zoals Gijs Plug en zijn familie. Gijs is technisch generalist en werkt nu 25 jaar bij woonzorgpark Willem van den Bergh. Net als zijn inmiddels gepensioneerde vader en moeder, zijn zussen, zijn oom, zijn vrouw, dochter en schoondochter. En heel veel nichten. “Als we in de pauze bij elkaar kwamen, zat er altijd wel een clubje Pluggen. De Pluggen waren goed vertegenwoordigd.”
“Voordat ik bij ’s Heeren Loo kwam, werkte ik bij een installatiebureau als elektricien. Twintig was ik en ik zat vol met plannen. Ik wilde trouwen met Petra, met wie ik al drie jaar verkering had. En natuurlijk wilden we ook een eigen huisje. Alleen verdiende ik daar te weinig voor. Ik heb om opslag gevraagd, maar dat kreeg ik niet. Op dat moment was mijn vader Kees hoofd van de schoonmaakdienst op woonzorgpark Willem van den Bergh. Hij zei: ‘Kom dan bij mij werken’. Ik twijfelde, ik had niet voor niets een vak geleerd. Schoonmaker is best wel wat anders, maar ik kon wel veel meer verdienen, zo’n 600 gulden. Daar was ik toen heel blij mee, dus ik deed het. Maar ik wou zeker geen schoonmaker blijven. Ik had mijn ogen wel een beetje op de technische dienst gericht. Na drie jaar kwam daar een plekje vrij. Eerst tijdelijk en daarna mocht ik blijven. Mijn vader gunde me het van harte natuurlijk, hij heeft het ook wel gestimuleerd.
Clubje Pluggen
In het begin voelde het best wel als een familiebedrijf bij Willem van den Bergh, vooral toen ik bij de schoonmaak werkte. Veel nichten werkten er al en later begonnen ook mijn zussen daar. Zij werken nu nog steeds bij ’s Heeren Loo, maar dan in de zorg. Ik vond het wel gezellig, zo veel familie om me heen. Als we in de pauze bij elkaar kwamen, zat er altijd wel een clubje Pluggen. De Pluggen waren goed vertegenwoordigd.
Soms vond ik het wel lastig dat mijn vader het hoofd was. Hij was best wel aanwezig en ook best wel streng. Ik zag hem wel als mijn leidinggevende, maar ik merkte van binnen dat ik best wel moest schakelen. Buiten werktijd was hij gewoon mijn vader, tegen wie ik alles kon zeggen. En als ik het op het werk niet met hem eens was, moest ik soms moeite doen om mijn mond te houden. Mijn vader is een goede leidinggevende geweest. En hij is een goede vader, ik kan niks anders zeggen. Daar ben ik hem dankbaar voor. Hij is nu 69 en met pensioen. Wekelijks komt hij hier. Vaak gaat het over het werk en over hoe het vroeger was. Volgens hem was vroeger alles beter. Natuurlijk is er veel veranderd, de zorg is veel duurder geworden en er kan een heleboel minder nu. Zo herinner ik me uit mijn kindertijd de grote jaarlijkse zomerfeesten die werden georganiseerd voor de bewoners van Willem van den Bergh. Dat was bijna een familie-uitje voor ons. Echt een hoogtepunt. Mijn vader stond in de patatkraam, samen met zijn naamgenoot Kees. Daar was het megadruk, er stond altijd een lange rij. Iedereen ging een patatje halen bij Kees en Kees.
Drie generaties
Sowieso gaat het vaak over werk als we elkaar zien. Zeker nu ook mijn oudste dochter, een van mijn zeven kinderen, als begeleider op een woning werkt. We hebben door ons werk een gedeelde interesse, ondanks dat we allemaal andere functies hebben. Als ik mijn dochter met de bewoners over het park zie lopen, dan ben ik echt wel trots. Het is een bijzondere tak van sport, dat moet je ook liggen als mens. Om te zorgen voor iemand die jouw hulp zo nodig heeft. En mijn dochter Carianne heeft dat gewoon in zich. Ze kan zich heel goed inleven in een ander. Ik weet dat ze haar werk goed doet. Dat zie ik zelf, maar ik hoor het ook van anderen. Dat maakt me als vader alleen maar trotser. Ze werkt echt met haar hart en geniet er ook van. Voor de cliënten doet ze altijd een stapje extra.
Het verschil maken
Juist de cliënten, daar doe je het voor. Je geeft een stukje liefde aan je medemens en dat is heel waardevol. Ik kom iedere dag op ontzettend veel op woningen, soms wel tien op een dag. Laatst was ik bij een wat oudere bewoonster. De dimmer in haar badkamer was te fel. Ze is nogal gevoelig voor licht en kan hier hoofdpijn van krijgen. Het had een paar dagen geduurd voor dit gemaakt kon worden, maar toen ik de lamp had vervangen begon ze gewoon te huilen. Zo blij was ze. Dat doet echt wat met me. Dan ga je met het gevoel naar huis dat je haar een geweldige dag hebt bezorgd. Voor haar heb ik het verschil gemaakt. Dat soort dingen blijven je bij.”