Voor meerdere cliënten voelen vrijwilligers écht als familie. En andersom ook. Vrijwilligers zijn soms langer verbonden aan een cliënt dan de begeleiders op de woning. Ze bouwen daardoor een heel verleden met elkaar op. Zo ook Fred en Gerrie Dijkstra die als vrijwilligers al 30 jaar verbonden zijn aan een zus en broer. “We voelden de armoede en eenzaamheid toen ze als kinderen bij ons kwamen. We konden niet anders dan ons over hen ontfermen.”
Ontlasten mantelzorger
Als vrijwilliger ondersteunde Gerrie 30 jaar geleden gezinnen die het zwaar hadden. Gerrie: “Ik kwam bij hen in huis en nam de zorg van de mantelzorger over. Dan maakte ik bijvoorbeeld een wandeling met degene die zorg nodig had.” In die periode stelde ’s Heeren Loo de vraag welke vrijwilligers ervoor open stonden om een weekend in de maand een logeerplek te bieden aan kinderen uit probleemgezinnen. Dit om de ouders te ontlasten. Na overleg met haar eigen gezin, gaf Gerrie zich hiervoor op: “Het lag in het verlengde van wat ik al deed. Het enige verschil was dat de kinderen bij ons in huis zouden komen.”
Hans en Grietje
Al snel was er een gezin dat de ondersteuning van Gerrie, haar man en hun twee puberkinderen kon gebruiken. “Een meisje van 9 en haar broertje van 6 jaar werden ons toegewezen”, vertelt Gerrie. “Hun moeder leed aan psychoses en vader woonde niet meer thuis. Wij vonden het fijn dat we ze als gastgezin konden leren en laten ervaren dat het ook anders kan zijn binnen een familie. Tijdens het eerste weekend besefte ik mij al hoe zwaar beschadigd deze kinderen waren. Na een wandeling door het bos waren de kinderen opgelucht dat ze mee terug mochten naar huis. Alsof wij ze – als een soort Hans en Grietje – zouden achterlaten in het bos. Ik word nog emotioneel als ik daaraan denk.”
Verwarde moeder
Het tweede logeerweekend volgde een maand later, maar na dat weekend ging het mis in het gezin van de twee kinderen. Gerrie: “De moeder belde mij de dinsdag na het weekend overstuur op. Ik begreep niets van haar verwarde verhaal, maar haalde er wel uit dat ze wilde dat haar kinderen na school naar mij zouden gaan omdat ze bij ons beter af zouden zijn. Na verschillende telefoontjes met ’s Heeren Loo en school, werden de kinderen naar ons gebracht. Wij besloten als gezin dat we ze een weekje zouden opvangen. Moeder kon dan tot rust komen. Maar zover kwam het niet, want moeder werd opgenomen met psychoses. Wij kwamen tot de conclusie dat de kinderen voorlopig bij ons zouden blijven. En zo kwam het dat ze doordeweeks bij ons en in het weekend naar een van hun ouders gingen.”
Anderhalf jaar logeren
In totaal bleven zus en broer anderhalf jaar bij Gerrie en haar gezin logeren. “En dat was soms best heftig”, geeft Gerrie eerlijk toe, “Er zaten momenten tussen die pittig waren. Kinderen van die leeftijd testen je. En zeker wanneer ze al veel hebben meegemaakt. Op een keer blies ik stoom af bij de buurvrouw. Vertelde ik haar wat er allemaal fout ging. De buurvrouw zei toen: ‘Ze is een gekwetst kind en doet dingen om aandacht te krijgen. Houd gewoon van dat meisje, dan zie je wie ze echt is’. Mijn buurvrouw wist het om te draaien. Vanaf dat moment zag ik inderdaad een ander meisje. Het meisje dat wij in ons hart hebben gesloten.”
Gerrie is gek
“Dat meisje is inmiddels een vrouw”, vertelt Gerrie. “Wij bezoeken haar iedere zes weken. Meestal blijven we een uurtje, maar dat houdt ze niet altijd vol. Ze is als volwassen vrouw veel meer verstandelijk beperkt dan ze als kind bij ons was.” Gerrie lacht als ze denkt aan een voorval: “Ze was een keer boos op mij. Ging ze de straat op en schreef met krijt in metershoge letters: ‘Gerrie is gek’. Dat kon ze toen dus best.” Nu kan ze dat als vrouw niet meer. Gerrie: “Dan zie je pas hoeveel invloed je als volwassene hebt op de ontwikkeling van een kind. Maar gelukkig werkt dat natuurlijk ook andersom. Het is mooi als je als gastgezin een positieve bijdrage kunt leveren aan die ontwikkeling.”
Gerrie’s welterusten kus
De broer zien ze niet geregeld. Hij heeft zijn plaats in de maatschappij gevonden. Wel kwamen ze hem en zijn vader kortgeleden per toeval tegen: “Tijdens één van onze bezoekjes aan zijn zus waren zij er ook. We hadden een fijn gesprek. En toen de broer naar huis ging vroeg hij mij om een ‘Gerrie’s welterusten kus’. Dat deed mij wat… zo’n grote vent van in de 30 die zich nog kon herinneren wat ik tegen hem zei toen hij 6 jaar oud was. Ik zei hem dat hij altijd welkom bij ons is. Zijn ogen werden groot en hij leek verbaasd. Het trauma van het worden verlaten zat er nog altijd in.” Dat trauma van eenzaamheid zag Gerrie al eens eerder bij een tekening dat het meisje maakte als kind. Gerrie: “Ze tekende een kaal huis met één bed erin. Alle andere kamers waren leeg. Hoe eenzaam moet zij zijn geweest? Ik hoop dat zij zich nu nog beseft dat het bed dat ze bij ons had een bed was waar ze zich veilig voelde.”